Weer plezier in je werk


Zijn betovergrootvader, dus de opa van zijn opa, metselde al vanaf zijn viertiende jaar. Dat was in die tijd heel normaal. Na de lagere school ging je tewerk. Studeren was voor de rijken werd altijd in de familie gezegd. Het was ook de traditie dat elke oudste zoon metselaar werd.

En Jan was de oudste. Dus hij ook.

Maar naast dat Jan goed met zijn handen overweg kon beschikte hij ook over een goed stel hersenen. Hij had makkelijk naar het VWO gekund maar het werd de LTS. Studeren is voor de rijken zei zijn vader. Met hard werken kun je ook een boterham verdienen. En dat harde werken dat werd er van jongs af aan ingepompt.

Hoe het pesten begon

In zijn vak was Jan een kei. Hij had een goede reputatie opgebouwd. Als er een uitdagende klus was dan werd hij gevraagd. Zijn overige collega’s wilde ook wel eens zo speciaal klusje. Zij werden niet gevraagd en dat leidde best wel jaloezie. In bouwkeet werd er geregeld van die opmerkingen gemaakt. Of er waren van die typische bouwhumor zoals loctite in slotjes van gereedschapskisten of wigje onder de wcdeur.

Humor noemde ze dat en daar moet je tegen kunnen.

Op zich kon hij er ook wel tegen. Maar sinds het bedrijf steeds meer grotere projecten aannam kwamen er steeds minder speciale klussen. En daar haalde hij nou net zijn werkgeluk en voldoening vandaan.

Ff weg van die gasten. Ff weg van alleen maar stenen stapelen.

Met tegenzin naar werk

Maar Jan zat steeds vaker in bouwkeet. En dus meer ‘bouwhumor’. Hij voelde zich steeds meer alleen. Ging met vaker met tegenzin naar werk. Langzaam begon hij zijn passie voor het vak te verliezen. Terwijl het niet aan het werk lag.

Jan begon steeds slechter te slapen. Lag uren wakker. Dan spookte er van alles door zijn hoofd. Na weer een slechte nacht was hij het zat. Hij kaarten het aan bij zijn uitvoerder. Die wuifde het weg als een grapje en zei dat hij zich niet zo moest aanstellen.

Hij had geen flauw idee hoelang dit al speelde. Hoelang Jan al met deze frustraties rondliep.

Jan was ook geen prater. Dat had hij vanuit huis ook niet meegekregen. Vooral hard werken. Maar hij voelde dat dit zo niet door kon gaan. Thuis was hij de vrolijkste niet. Hij irriteerde zich om de kleinste dingen. Had geen zin of puf meer om dingen te doen. Voorheen ging hij nog gezellig met zijn vrouw wandelen door de stad. Dan dronken ze wat op het terras of spraken af met vrienden in een kroeg.

Nee het chagrijn in zijn lichaam was zijn vrouw Yvonne ook niet ontgaan. Eerst zei zij er niets van maar op den duur begon het haar ook te irriteren. Hun relatie begon geleidelijk onder spanning te staan. Op woensdag keek hij al uit naar het weekend. En als het weekend was keek als berg op tegen de maandag.

Zo ook dit weekend. Yvonne was met haar zus een weekje op vakantie gegaan. Zij moest eruit. Even een andere omgeving. Dus Jan was alleen en had tijd genoeg om na te denken. Aan de ene kant wilde hij wel naar de huisarts om zijn probleem te bespreken. Aan de andere kant voelde dat alsof hij zwak was. Uiteindelijk nam hij een besluit.

Hoe een buurman je loopbaan verandert

Die maandag meldde Jan zich ziek. Hij ging naar de huisarts en besprek het probleem Gelukkig had zij begrip voor de situatie van Jan. Ze constateerde dat de lange periode van stress, gepieker en weinig slaap zijn tol hadden geëist. Jan liep tegen een burn-out aan.

Eerst maar eens zorgen dat de stress uit je lichaam verdwijnt. Ga in gesprek met je werkgever. Maar daar lag juist het probleem. Jan was geen prater. Kropte al zijn frustraties op. Toen hij thuiskwam liep hij toevallig zijn nieuwe buurman tegen het lijf. Die was er met zijn gezin net komen wonen. Hij had nog geen kennis gemaakt. Jan had er ook niet zo’n behoefte aan. Was meer met zichzelf in de weer.

Hej buurman zei de buurman. We hebben elkaar nog niet gesproken. Ik ben Maarten. Zijn openhartigheid en vriendelijke blik verraste Jan. Hallo Maarten ik ben Jan. Ben je vrij vandaag? Jan wilde niet zeggen dat hij naar de dokter was geweest. Ja ik heb een dagje vrij. Heb je tijd voor een bakje koffie? vroeg Maarten. Ik ben vandaag ook vrij. Door de spontane vraag was Jan even uit het veld geslagen. “Als het niet uitkomt mag het ook een andere keer hoor”. Jan dacht snel even na. Ach wat kon het ook kwaad. Die Maarten leek hem wel een geschikte peer.

Ze dronken een bakje koffie. Maarten bleek als ZZP’er in de ICT te werken. Hij zat net tussen twee opdrachten in. Daarom was hij nu vrij. Voorheen werkte hij als consultant in loondienst. Hij vloog over de hele wereld. Het geld was goed maar de deadlines, de stress en het veel van huis zijn had zijn relatie geen goed gedaan. Maarten en zijn vrouw zijn uit elkaar gegaan. Ze hebben nog twee jonge kinderen. Acht en tien jaar oud. Ze besloten voor co-ouderschap te gaan. Dat betekende wel dat Maarten zijn huidige baan niet kon voorzetten. Met dat vele reizen was dat geen optie in combinatie met de kinderen.

Loopbaancoaching voor iedereen

Maarten besloot een loopbaancoach in te schakelen om te bepalen wat de mogelijkheden voor hem zijn. Die kwam met het advies om voor zichzelf te beginnen. Eerst leek hem dat helemaal niets. Maar hoe meer hij naar de voordelen keek. De vrijheid die hij had en daardoor de tijd kreeg om invulling te geven aan het co-ouderschap waren precies de zaken die hij nu nodig had. Hij had meer balans gevonden. Vaderschap was nu een lust in plaats van een last. Zelfs de relatie met zijn ex ging steeds beter.

Doordat Maarten zo open over zijn leven sprak kwam Jan ook over de brug. Hoewel hij Maarten maar kort kende durfde hij wel tegen hem te zeggen hoe zijn situatie werkelijk is. “Lastige situatie”, gaf Maarten toe. Maar je moet het wel aankaarten bij je werkgever. Dat vond Jan dus lastig. Ik denk dat mijn loopbaancoach jou daar wel bij kan helpen. Die weet precies hoe je zo’n gesprek moet aangaan. Ik breng je wel in contact.

De sessies met de loopbaancoach verliepen makkelijker als Jan in eerste instantie dacht. Hij was altijd van mening dat loopbaancoaching meer iets is voor mensen die naar kantoor gaan. Niet voor mensen zoals hij die in de bouw werken.

Jan leerde door zich goed voor te bereiden dat hij met vol vertrouwen het gesprek met zijn werkgever aan kan gaan. Welke argumenten hij het beste kan gebruiken. Maar het belangrijkste wat hij leerde was het inzicht in zichzelf. Hij heeft altijd goed kunnen rekenen en beschikte over een goed ruimtelijk inzicht. Calculator was een baan dat hem altijd wel interessant vond. Maarja hij had maar LTS en welke werkgever wil nu investeren in iemand die als 45 is.

“Het antwoord op die vraag weet je pas als je de vraag hebt gesteld”, zei zijn loopbaancoach.

Dus goed voorbereid en vol vertrouwen ging Jan het gesprek aan. Ze erkende de situatie en vonden het heel vervelend. Gelukkig zagen ze een opening. De werkervaring van Jan was natuurlijk heel waardevol. Hij had zoveel gezien in de bouw en wist van hoed en de rand. Die praktijkervaring konden ze op kantoor heel goed gebruiken. Om zo snel mogelijk van start te kunnen gaan moest Jan een HBO-assessment maken. Die doorliep hij met vlag en wimpel waardoor het bedrijf vertrouwen om verder in Jan te investeren en hem de kans te geven om als calculator zijn loopbaan verder te vervolgen.

 

Jij hebt het zelf meegemaakt of je kent iemand in je omgeving die niet happy meer is op zijn of haar werk.